Home Actueel Brief Minister de Jonge aan tweede kamer over ouderinitiatieven

18 juli 2019 Brief Minister de Jonge aan tweede kamer over ouderinitiatieven

De brief van de Jonge geeft goed weer wat de stand van zaken is met betrekking tot toerusting van ouders om zelf een wooninitiatief op te starten, het verkennen van verschillende woonvormen en het gelijk trekken van te betalen huur tussen mensen met een pgb en een zorg in natura.

Geachte voorzitter,

In het debat van 13 december 2018 en in mijn brief1 van 8 februari jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang en resultaten van de lopende acties op het terrein van ouderinitiatieven. Dit zijn woonvormen opgezet door ouders voor kinderen met een beperking, die recht hebben op ondersteuning op grond van de Wmo2015 (Wmo) en/of zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De acties zijn geclusterd in de actielijnen 1) toerusting van ouders, 2) versterken van zorg in natura en 3) financiën. Ik heb deze actielijnen ingezet op basis van het SCP-rapport ‘Net als thuis’, het debat met uw Kamer hierover en dedoor uw Kamer aangenomen moties2. Naast de actielijnen kom ik in deze brief ook een toezegging na die ik heb gedaan tijdens de wetsbehandeling abonnementstarief inzake de aanpassing van de bijdragesystematiek voor pgb beschermd wonen.

Actielijn 1 - Toerusting van ouders

Actie 1.1. - het ontwikkelen van een toolkit

Naar aanleiding van het SCP-rapport en de motie van de leden Hijink en Slootweg3laat ik een toolkit ontwikkelen voor ouderinitiatieven. De toolkit verschaft informatie aan ouders over het opzetten van een ouderinitiatief en de continuïteit hiervan. Ik heb voor de invulling van de toolkit Per Saldo, Kans Plus en RPSW geraadpleegd. Hieruit is gebleken dat er al veel kennis over (het starten van) ouderinitiatieven beschikbaar is. Deze kennis is echter versnipperd over diverse partijen. In de toolkit dient deze kennis op overzichtelijke wijze te worden gebundeld.

Er is met Per Saldo, Kans Plus en RPSW ook gesproken over de randvoorwaarden waaraan de toolkit moet voldoen. De partijen vinden dat de toolkit goed vindbaar en toegankelijk zal moeten zijn. Ook zijn zij van mening dat de toolkit onderhouden dient te worden om beschikbare informatie actueel te houden. De toolkit kan volgens hen de vorm van een kennisportaal krijgen waarin aandacht

1 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 190
2 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 182, 183, 184, 185, 188 en 189 en 35000 XVI, nr. 43.
3 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 185

[page1image6171136] [page1image6164416]

Pagina 1 van 5

wordt besteed aan de verschillende fasen van het opzetten van een ouderinitiatief, zoals de oriëntatiefase, de opstartfase en het continueren van het ouderinitiatief.

De wens is de verschillende fasen te voorzien van praktijkvoorbeelden en perspectieven van ouders, zorgverlener, vastgoedeigenaar, gemeente en zorgkantoor hierin te verwerken. Zo kunnen onder andere voorbeeldcontracten en voorbeelden van goed functionerende ouderinitiatieven worden gedeeld. Daarnaast dient de toolkit volgens de partijen informatie te verschaffen overinhoudelijke thema’s zoals Wmo- en Wlz-zorg met een pgb, wonen, rechtspersoon worden, wet- en regelgeving, financiën, subsidies en fondsen, samenwerking tussen ouders, continuïteit van de zorg en van het wooninitiatief en continuïteit bij het wegvallen van een ouder/vertegenwoordiger.

Momenteel ben ik bezig met het uitzetten van de opdracht om de toolkit samen te stellen en beschikbaar te stellen. Het doel is de toolkit begin 2020 openbaar te maken en elke twee jaar te laten actualiseren, tenzij veranderingen in wetgeving het noodzakelijk maken bepaalde informatie in de toolkit eerder aan te passen.

Met het verspreiden van goede voorbeelden via de toolkit geef ik uitwerking aan het eerste deel van de motie van de leden Hijink en Slootweg. Daarnaast werd de regering verzocht om het commercieel uitbaten van ouderinitiatieven te voorkomen. Zoals ik heb aangegeven in het AO gehandicaptenbeleid van 13 juni jl. neem ik dit onder de noemer ‘tegengaan van excessen’ mee in de brief overwinstuitkering. De minister van MZS en ik streven ernaar deze brief nog voor de zomer aan uw Kamer te sturen.

Actie 1.2 - het verminderen van regeldruk

In het SCP-rapport is aandacht gevraagd voor het verminderen van regeldruk bij ouderinitiatieven. Ik heb toegezegd aan de hand van een schrapsessie te verkennen welke regels omtrent ouderinitiatieven onnodig zijn en geschrapt kunnen worden. Specifiek is door uw Kamer verzocht te onderzoeken of deverantwoording rondom pgb’s bij ouderinitiatieven kan worden vereenvoudigd.

Tijdens de schrapsessie – die inmiddels heeft plaatsgevonden - is in kaart gebracht welke regels in de huidige situatie als knelpunt worden ervaren met als doel te verkennen welke regels eventueel geschrapt kunnen worden. Bij de schrapsessie zijn zowel Wmo-gefinancierde ouderinitiatieven, Wlz-gefinancierde ouderinitiatieven, als gecombineerde ouderinitiatieven betrokken. Door het voeren van de schrapsessie geef ik invulling aan de motie van de leden Ellemeet en Bergkamp4 over het verminderen van administratieve lasten voor budgethouders in een ouderinitiatief.

Voorafgaand aan de schrapsessie heb ik in kaart gebracht welke (zorg)wet- en regelgeving op ouderinitiatieven van toepassing is in de langdurige zorg. Samen met KansPlus, Naar-Keuze, Per Saldo en ouderinitiatieven ga ik in aanvulling op de schrapsessie verkennen of een lichter regime voor ouderinitiatieven mogelijk is met behoud van kwaliteit van zorg. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Bergkamp en Hermans5.

4 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 1895 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 183

Kenmerk

1546693-191707 PPGB

[page2image6110208]

Pagina 2 van 5

Enkele thema’s die zijn besproken tijdens de schrapsessie:

-  Verantwoordelijkheden die besturen van ouderinitiatieven hebben op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De

omvang van deze verantwoordelijkheden wordt door besturen als zwaar

ervaren. Het is hierdoor tevens lastig nieuwe bestuursleden te vinden.

-  De bureaucratische organisatie en procedures die gemeenten hebben

opgetuigd om toegang te krijgen tot de Wmo2015 (voorzieningen,

hulpmiddelen en/of ondersteuning).

-  Het verbeteren van klantgerichtheid door zorgkantoren en gemeenten.

Ouders geven aan graag (per wooninitiatief) één contactpersoon bij de verstrekker te krijgen waardoor hun vragen gerichter en sneller kunnen worden beantwoord.

Van de door de ouders aangedragen knelpunten is een selectie gemaakt van punten die zijn voorgelegd aan ZN, VNG, SVB en IGJ. Ook zijn de punten besproken met Per Saldo en een vertegenwoordiger namens de ouders uit deeerste sessie. Bij de selectie ben ik onder andere nagegaan of thema’s aan bodkomen die al worden ondervangen in lopende trajecten zoals pgb2.0, de acties rondom voorlichting uit de agenda pgb en acties naar aanleiding van de bredere pgb-schrapsessies. Hierbij bleek dat dit voor het merendeel van de ingebrachte punten geldt. Met VNG en ZN zijn acties afgesproken met betrekking tot enkele resterende punten. Zo zal VNG organiseren dat gemeentes op het gebied van ouderinitiatieven van elkaar gaan leren en gaat een werkgroep van ZN met beleidsadviseurs van zorgkantoren na de zomer een bijeenkomst organiseren waarin ook onderwerpen op het gebied van ouderinitiatieven aan de orde zullen komen.

Actielijn 2 – Versterken van zorg in natura
Uw Kamer heeft mij verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken om ouderinitiatieven te starten met zorg in natura. Een eerste stap hiertoe is het in kaart breng van woonzorgvormen. Ik heb, samen met de minister van BZK, onderzoeksinstituut Verwey-Jonker de opdracht gegeven te onderzoeken welke knelpunten mensen met een beperking ervaren wanneer zij op zoek gaan naar een geschikte woning of woonvorm. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, een survey-onderzoek, focusgroepen en een landelijke expertmeeting. Het richt zich onder meer op het in kaart brengen van de aard en de omvang van de vraag naar specifieke woningen of woonvormen voor mensen met een beperking. Ieder(in) is betrokken bij de uitvoering van het onderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten worden vervolgacties geformuleerd. Over de resultaten en de vervolgstappen informeer ik uw kamer in het derde kwartaal van 2019. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Bergkamp en Dik- Faber6 over een onderzoek naar woonzorgarrangementen voor mensen met een beperking. Tevens geef ik invulling aan de motie van het lid Hijink7 over het stimuleren van ouderinitiatieven bij zorg in natura.

Actielijn 3 – Financiën

Actie 3.1 – kortdurende beschikkingen in de Wmo2015

In mijn brief ‘Merkbaar beter thuis’ die ik uw Kamer op 20 juni 20188 heb doen toekomen ben ik ingegaan op de door mensen met niet-tijdelijke, levenslange

6 Kamerstukken II, 2018-2019, 35000 XVI, nr. 43
7 Kamerstukken II, 2018-2019, 24170, nr. 184
8 Tweede kamer, vergaderjaar 2018-2019, Kamerstuk 20 juni 2019, kenmerk 1542245- 192076-DMO

Kenmerk

1546693-191707 PPGB

[page3image6197568] [page3image6205824] [page3image6199488]

Pagina 3 van 5

beperkingen, ervaren onzekerheid als gevolg van gemeentelijke beschikkingen met een korte looptijd. Op basis van een verkenning met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen is een oplossingsrichting geformuleerd, die na de zomer verder zal zijn geoperationaliseerd. Met deze verkenning en oplossingsrichting heb ik tevens gevolg gegeven aan de door uw Kamer, specifiek in het kader van de ouderinitiatieven, aanvaarde motie waarin u de regering verzoekt in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van cliënten en de VNG, gericht op het voor een langere duur afgeven van toekenningsbesluiten voor het pgb Wmo 2015.9

Actie 3.2 – pgb-tarieven ouderinitiatieven in de Wmo2015

In mijn brief van 27 juni jl. over pgb-tarieven heb ik een uitgebreide toelichting gegeven van het voor gemeenten geldende wettelijke kader op grond van de Wmo 2015.

In de motie Bergkamp c.s. is verzocht meer specifiek een verkenning uit te voeren naar de door ouderinitiatieven ervaren problematiek met betrekking tot de ontoereikende Wmo-budgetten. In dit kader wordt overleg gevoerd met VNG, Per Saldo, KansPlus en Naar Keuze.

Doel hiervan is om op basis van (door cliëntenorganisaties ingebrachte) casuïstiek te bezien welke knelpunten er bestaan en welke overwegingen hebben plaatsgevonden om tot de betreffende tarieven te komen. Gebleken is dat voor het verzamelen van bruikbare casuïstiek meer tijd nodig is. In het najaar informeer ik u over de resultaten van de verkenning.

Actie 3.3 – Wooninitiatieven-toeslag

De Vergoedingenlijst pgb is zodanig aangepast dat hierop staat vermeld dat de huur van de gemeenschappelijke ruimte, mits deze is gelieerd aan zorg, mag worden bekostigd uit het pgb. Daarmee is duidelijkheid gerealiseerd over het besteden van de wooninitiatieven-toeslag in de Wlz en is deze actie afgerond.

Aanpassing bijdragesystematiek pgb beschermd wonen

Tijdens de wetsbehandeling van het abonnementstarief op 4 april jl. heeft mevrouw Bergkamp (D66) gevraagd of de voorgenomen aanpassing van eigen bijdragesystematiek bij het pgb beschermd wonen consequenties heeft voor pgb gefinancierde ouderinitiatieven. Aan de zorg en ondersteuning van ouderinitiatieven verandert niets, wel zou het kunnen zijn dat er voor betrokkenen iets verandert in de hoogte van de eigen bijdrage. Ter toelichting:
In de systematiek van eigen bijdragen is een onvolkomenheid geconstateerd die inmiddels gerepareerd is. Cliënten die op grond van de Wmo 2015 beschermd wonen in natura ontvangen, betalen de intramurale (hogere) bijdrage, terwijl cliënten met een pgb beschermd wonen – die ook intramuraal verblijven - de extramurale (lagere) bijdrage betalen. Dit verschil is niet uitlegbaar. In plaats van de leveringsvorm (pgb dan wel zorg in natura), dient de aanwezigheid van een wooncomponent in de voorziening bepalend te zijn voor de hoogte van de bijdrage. Cliënten die zelf hun huur betalen, betalen de extramurale eigen bijdrage. Cliënten die in een instelling wonen én niet zelf hun huur betalen, betalen de intramurale bijdrage. In het inmiddels door beide Kamers aanvaarde wetsvoorstel10 is geregeld dat cliënten met een pgb voor beschermd wonen – die een vergoeding voor de wooncomponent ontvangen – de intramurale bijdrage gaan betalen.

9 Kamerstukken II, 2018-2019, 24 170, nr. 18810 Kamerstukken 35093

Kenmerk

1546693-191707 PPGB

[page4image6191552]

Pagina 4 van 5

Tot slot
Met deze brief voldoe ik aan de toezegging die ik uw Kamer tijdens het debat van 13 december 2018 en in de brief van 8 feb jl. heb gedaan. In het najaar informeer ik uw Kamer over de voortgang en resultaten van de nog openstaande acties.

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Hugo de Jonge

Kenmerk

1546693-191707 PPGB


Terug naar overzicht